EEN VERHAAL
VOL DROMEN

Een groep zakenlui en professionals uit Turijn sloeg de handen in elkaar om een gemeenschappelijke droom te realiseren: een Italiaanse autofabriek die betaalbare auto’s kon bouwen.
Op 11 juli 1899 werd in Turijn “Fiat”: Fabbrica Italiana Automobili Torino (Italiaanse autofabriek Turijn) opgericht.
Datzelfde jaar ging de productie officieel van start met de lancering van de allereerste auto met Fiat-logo: de Fiat 3½ HP.

Ondanks de semi-artisanale productielijn waren de resultaten van de onderneming goed genoeg om het aandelenkapitaal in 1903 op te trekken tot 800.000 lire, een vrij hoog bedrag voor die tijd.
Samen met de andere directieleden besliste Agnelli, die in 1902 was aangesteld als CEO, om de autofabrikant uit Turijn op de beurs te brengen.

In 1910 vernieuwde Fiat zijn gamma met de lancering van de Fiat Tipo.
Door gestandaardiseerde onderdelen te gebruiken, kon de fabriek de kosten en de productie efficiënt organiseren en tegelijk een auto bouwen die betrouwbaar en toegankelijk was.
Die eigenschappen maakten de Fiat Tipo zo succesvol dat er in de loop der jaren verschillende versies van werden gebouwd, 1 tot 6, genoemd naar hun motorinhoud.

In 1901 nam Fiat voor het eerst deel aan de competitie met de 8 HP en 12 HP. Zo bevestigde de onderneming het belang van racing als testbank voor nieuwe technologieën alvorens ze in productie werden genomen. In 1911 won de Fiat S61 uit 1908 de Grand Prix of America, terwijl de Fiat S76 Record uit 1910 omwille van zijn prestaties de bijnaam ‘the Belva di Torino’ kreeg (letterlijk ‘het Beest uit Turijn’). In 1924 zag de Fiat SB4 Eldridge, beter bekend als ‘Mephistopheles’, het levenslicht om snelheidsrecords te verbreken.

De Fiat “Zero", ook Fiat 12/15 HP genoemd, was de voorloper van het gamma bedrijfsvoertuigen van Fiat.
Onder het opvallende koetswerk, dat werd ontworpen met de hulp van een erg jonge Pininfarina, schuilde een uiterst eenvoudige, robuuste en betrouwbare mechanische structuur, die in de Torpedo-versie werd aangeboden voor slechts 8.000 lire en die een voor die tijd onovertroffen gebruiksgemak bood.
Zijn kwaliteit, stijl en toegankelijke prijs maakten hem bijzonder populair en Fiat bouwde tussen 1912 en 1915 alleen al meer dan 2.000 exemplaren van de wagen.

In dit jaar begon de bouw van de Lingotto-fabriek, een van de belangrijkste voorbeelden van Europese industriële architectuur. Ze werd ontworpen door Giacomo Matté Trucco en belichaamde het ambitieuze streven naar innovatie en industrialisering van Italië. De fabriek werd op 22 mei 1923 ingewijd in het bijzijn van Koning Victor Emmanuel III van Italië.

De Fiat 508 Balilla, die voor het eerst werd voorgesteld op het Autosalon van Milaan van 1932 (17 tot 27 april), was een instant succes. De eerste Balilla was een berline met vier plaatsen en een koetswerk van hout en ijzer, die een snelheid tot 80 km/u haalde en slechts 10.800 lire kostte. Hij was een van de populairste auto’s van Italië en viel zowel bij de pers als bij het publiek in de smaak.

In 1936 zag de Fiat 500 A Topolino het levenslicht. Zijn naam betekende letterlijk ‘kleine muis’ en was ook de Italiaanse naam voor Disney’s tekenfilmfiguurtje Mickey Mouse. In zijn tijd was hij het kleinste seriemodel ter wereld. Als voorvader van het segment van de budgetauto’s werd hij gebouwd om een antwoord te bieden op de economische crisis die Italië net na de start van Wereldoorlog II trof. Hij dankte zijn naam ‘Topolino’ aan zijn compacte afmetingen en vorm.

Mirafiori is niet alleen het industriële hoofdkwartier van Fiat in Turijn, het is tevens de oudste fabriek van Europa die nog steeds productief is. Ze werd op 15 mei 1939 geopend om de productie van auto’s met kleinere motoren op te drijven en zo meer mensen te laten genieten van een betaalbare auto. Na het einde van de Tweede Wereldoorlog kwam de fabriek echt op kruissnelheid met de lancering van de tweede 500 A-generatie en de verhuizing van de productielijnen voor de Fiat 1100.

De Fiat 1100 S is een zeldzaam juweel waarvan slechts enkele honderden exemplaren zijn gebouwd. De investeringen in deze sportieve berline met geavanceerde mechaniek wierpen bovendien al snel hun vruchten af. Tijdens de 1000 Miglia van 1947 eindigden vier exemplaren van de 1000 S “Berlinetta” binnen de top tien, meer bepaald op de vijfde, zesde, zevende en negende plaats. Hij maakte echter niet alleen indruk met zijn racesuccessen: ook zijn onmiskenbare snoet maakte hem wereldwijd bekend.

In 1948 introduceerde de onderneming de 500 B ‘Giardiniera’, een van de allereerste in serie gebouwde breaks, met luxueuze flanken in es en Masoniet. De term ‘Giardiniera’ was geïnspireerd op de karren die tuiniers gebruikten om hun materiaal te vervoeren. Hoewel hij nauwelijks een goed jaar in productie was, werden er meer dan 21.000 stuks van gebouwd.

De Fiat Campagnola, die enkel in de landbouw werd gebruikt, werd vanaf 1951 op grote schaal gebouwd. Met zijn stalen frame met overlangse en overdwarse onderdelen wierp hij zich op als een innovatieve auto voor zijn tijd en schreef hij een van de belangrijkste pagina’s van de naoorlogse autogeschiedenis. Zo doorkruiste hij Afrika van zuid naar noord in 11 dagen en 4 uur.

In 1952 werd het imago van de nieuwe Fiat 8V opgepoetst met een sportievere uitstraling.  Deze auto met onafhankelijke ophanging en een koetswerk in glasvezel kreeg een typisch Italiaanse ziel en een uniek en elegant design ontworpen met de creatieve en technische input van iconische figuren zoals Ghia, Bertone, Zagato, Vignale en Farina. De auto lonkte ook naar Amerika, met zijn achtcilinder in V-vorm.

In 1953 hield Fiat een gloednieuwe auto boven de doopvont. De 1100/103 Type A en Type B, die in 1953 werden gelanceerd, onderscheidden zich door hun moderne vierdeursarchitectuur, hun zelfdragende koetswerk en hun moderne drievolumedesign. Datzelfde jaar nog voltooide de Fiat 1100 E zijn eerste reis rond de wereld met slechts één bestuurder.

Een Amerikaans getinte tweedeurs-spider met twee plaatsen, die ook werd gecreëerd om te voldoen aan de wensen van privépiloten in de competitie. Dat was de Fiat 1100 TV Trasformabile, die in 1955 werd gelanceerd om klanten een uitmuntend niveau van prestaties, snelheid en nauwkeurigheid te verzekeren. De 571 geproduceerde exemplaren waren uitgerust met een verbeterde motor en een onafhankelijke ophanging met stabilisatorstang vooraan.

In 1956 werd de Fiat 600 Multipla geboren als de eerste monovolume ooit. Een lichte en snelle auto met een bijzonder geraffineerde lijn, die al snel heel wat succes oogstte. Deze eenvoudige gezinswagen onderscheidde zich door zijn functionaliteit en bood plaats aan zes personen. Ook kon hij worden omgebouwd tot een taxiversie met twee plaatsen.

De Nuova 500 was een evolutie van de revolutionaire 500 Topolino, ontworpen om te beantwoorden aan de vraag naar een zuinige en tegelijk praktische auto. De nieuwe 500 slaagde als geen ander in de technologische uitdaging om de grootte van elk onderdeel te beperken en tegelijk zijn jonge, tijdloze en iconische karakter te behouden.

De Fiat 124 werd ook verkrijgbaar in een gezinsversie en de Sport Spider by Pininfarina werd gelanceerd. De Dino Spider beleefde eveneens zijn debuut maar er was nog veel meer nieuws: Fiat ondertekende namelijk een overeenkomst met de USSR voor de bouw van Togliattigrad, een stadje aan de Wolga, dat volledig in het teken van de autoproductie stond.

Fiat startte de productie op in de nieuwe Rivalta-fabriek, met de lancering van de 850 Coupé en 124 Spider. Tussen 1976 en 1977 nam Fiat een van zijn belangrijkste beslissingen ooit op het gebied van productie en toegepaste technologieën met de introductie van Robogate, een geautomatiseerde productievestiging gebouwd door Fiat Comau, waar diverse machines werden aangestuurd door een enkel IT-systeem. Het systeem kon verschillende koetswerkonderdelen herkennen en volledig automatisch aan elkaar lassen en leverde modellen zoals de Ritmo, de Uno en de Tipo af.

De Nieuwe Fiat 850 City Taxi uit 1968, die werd ontwikkeld als auto voor het drukke verkeer in grote steden, kreeg een formele en functionele look, een ruim interieur en kleinere buitenafmetingen om het rijgemak te verzekeren. Met zijn radiozendontvanger was de technische uitrusting echt opmerkelijk voor die tijd.

Digne héritière de la 850, la Fiat 127 constitue une réelle révolution de l’automobile, grâce à son moteur avant transversal, sa suspension McPherson à l’avant et son système interconnecté à l’arrière. Sa tenue de route, sa stabilité et ses capacités de freinage supérieures offrent plus d’espace, de confort et de sécurité. Une voiture véritablement emblématique pour ceux qui ont connu les années 1970.

Voorstelling en productiestart van de Fiat 126. Dit vierzitmodel was een evolutie van de Fiat Nuova 500, maar pakte tevens uit met een volledig hertekend koetswerk, een performantere motor van 594 cm³ en een gesynchroniseerd schakelmechanisme in de drie hoogste versnellingen.

De Fiat Ritmo was een van de meest succesvolle Fiat-modellen ooit gebouwd. De drie- of vijfdeursberline met een totale lengte van nauwelijks 4 meter werd ontworpen om van bij de eerste aanblik herkenbaar te zijn en sprong vooral in het oog door zijn rechte en hoekige lijnen.

De Panda werd gelanceerd in twee versies: de 30 met een evolutie van de 126-motor en de 45 met een 127-motor. De Fiat Panda 30 groeide al snel uit tot een van de populairste stadswagens van Italië, die bovenal bekend stond om zijn robuustheid en functionaliteit.

De Fiat Uno, de voorloper van de Punto, werd voorgesteld in Cape Canaveral. Hij betekende een ware revolutie in het segment van de kleine auto en werd op slag een groot succes. Hij won de titel van Auto van het Jaar 1984 en belichaamde als geen ander het concept van een populaire auto voor iedereen.

De Fiat Tipo werd geboren als een vijfzitter en had een tweevolumekoetswerk om de interieurruimte optimaal te benutten. Deze auto, die ontstond uit een innovatief project om aan de hoogste prestatie-, comfort- veiligheidsnormen te voldoen, stond voor innovatie met uitgerijpte inhoud.

De Panda Elettra, een emissievrije versie van de Panda, beleefde zijn debuut. Hij was afgeleid van de 750 Fire en kon tot 100 kilometer afleggen met een topsnelheid van 70 km/u. Hij werd uitgerust met een kleine brander die de verwarming kon voeden, om zo de batterij te sparen, terwijl voor de transmissie een vierversnellingsbak werd gemonteerd.

De nieuwe Fiat Punto en de Punto Cabrio zagen het levenslicht. De Fiat Punto, die in 1993 werd voorgesteld op het Autosalon van Frankfurt, wierp zich op als het nutsvoertuig bij uitstek en was tevens een van de grootste successen van Fiat. De Punto Cabrio, een cabrioversie van deze fantastische Italiaanse klassiekers, onderscheidde zich door zijn benzinemotoren van 60 en 88 pk.

De Fiat Barchetta zag het levenslicht. Deze Spider met 1,8-litermotor werd ontworpen door Andreas Zapatinas, die het idee opperde van een lijn die vanaf de motorkap vertrok en in het passagierscompartiment leek door te lopen. De auto kon op heel wat bijval rekenen, mede dankzij zijn positionering als een zuinige maar betrouwbare Spider.

De Nieuwe Fiat 500 werd gelanceerd. Het icoon op vier wielen beleefde zijn comeback in een volledig nieuwe versie, die zijn stempel zou drukken op zijn tijd. Bovendien gingen zijn compacte afmetingen hand in hand met een hoogstand comfort.

De Fiat 500L werd voor het eerst voorgesteld. Vanuit stilistisch oogpunt verenigde hij twee verschillende maar herkenbare designfilosofieën en werd hij voorgesteld als een fusie tussen de Fiat 500 uit 1957 en de Fiat Multipla uit 1956. Ook werd het ruime passagierscompartiment een stuk veelzijdiger dankzij de verschuifbare achterbank.

Voorstelling van de Fiat 500X, de stads-SUV met een krachtige stijl. In hetzelfde jaar sloegen de twee autogroepen Fiat en Chrysler de handen in elkaar met de creatie van FCA (Fiat Chrysler Automobiles).

Fiat viert zijn 120-jarige bestaan met een speciale serie: de Nieuwe Familie 500 120^TH, die werd voorgesteld op het internationale autosalon van Genève, heeft alles om te feesten, met zijn tweekleurige Tuxedo-afwerking en zijn exclusieve samenwerking met Apple Music.